Eenenveertig brieven van de jonge kunstenaar
Een bijdrage voor het brievenboek 'Eenenveertig brieven van de jonge kunstenaar'.
Beste medeslachtoffers,
Ik vraag me wel eens af: wordt het beter of wordt het slechter? En als het slechter wordt, is dat wel zo slecht? Onlangs las ik een anekdote over Marcel Duchamp, zeg maar de peetvader van de jonge kunstenaar. Hij zette in 1917 een pispot in een museum, het zou zijn beroemdste ready-made zijn. Maar gaat dit niet over, met een pispot kan het niet goed of slecht gaan. Nee, waar het over gaat speelt zich twee jaar later af in Parijs. Het is herfst, een meetkundeboek bungelt aan het balkon van een appartement op de Rue la Condamine. Het hangt er al een paar maanden. Soms is het doorweekt van de regen, wordt het gegeseld door de wind, wordt het papier knisperend breekbaar door de zon. Suzanne Duchamp heeft het boek in de lente van dat jaar opgehangen op aanwijzingen van haar broer. Toen Marcel Duchamp vernam dat zijn zusje met Jean Crotti ging trouwen, verbleef hij in Buenos Aires. Attent als hij was stuurde hij haar per post instructies voor een "Ready-made malheureux", zijn huwelijkscadeau. De regels luidden als volgt:
- pak een boek over meetkunde
- sla het open
- bevestig een touw aan de vier hoeken
- hang het aan je balkon
Wij, kunstenaars, zijn een bungelend boek dat aan een balkon is bevestigd. De tijd verstrijkt, het boek raakt verder in verval, maar het kunstwerk wordt beter. Ook wij worden beter. Wind krijgt soms vat op ons, papier scheurt uit de band en ondanks de rondfladderende bladzijdes over middelpunten en loodlijnen gaat het toch beter. We bungelen, twijfelen en vervelen ons. We komen niet door selecties heen. Afgekeurde ideeën gaan de in de lade van 'onuitgevoerd'. En toch worden we beter. Wanneer Jean en Suzanne Crotti bladzijden van het meetkundeboek door Rue la Condamine zien vliegen stel ik me voor dat er op zo'n moment een gelukzalig gevoel zich van hen meester maakt. De toestand verslechtert, het werk wordt beter.
De readymade is een open boek totdat het sterft. Als buiten het boek weer een bladzijde verliest, staan binnen in het appartement de andere boeken in een risicoloze kast. Ze staan er gerangschikt en stof te vergaren. In de boekenkast gelden andere regels. Een hand pakt je op, een natte vinger slaat je eerste bladzijde om en daarna de volgende en de volgende. Als de telefoon gaat word je wel eens over de knie gelegd. Als je mishandeld wordt ben je beduimeld, en je draagt deze titel met trots. Het toeval bezorgt je in het beste geval een ezelsoor. Dat leven is overzichtelijk en lang, met dat leven overleef je je lezer.
Marcel Duchamp zei vele jaren later in een interview dat de "Ready-made malheureux" hem een vermakelijk idee leek omdat het geluk en het ongeluk in één kunstwerk verenigd was. Ik vind het vooral geestig dat ín het boek meetkundige regels staan beschreven die nutteloos zijn wanneer het aan een balkon bungelt. Het is ook geestig omdat grilligheid een lot is. Dat we als kunstenaar net zoveel speelbal zijn als spelmaker. En dat de natuurkrachten de natuurkrachten zijn. Dat blijft altijd hetzelfde, voor iedereen en alles.
Een hartelijke groet,
Willem Sjoerd
*
Deze brief is onderdeel van ‘Eenenveertig brieven van de jonge kunstenaar
’, samengesteld door Roos van den Oetelaar en Renée Verberne, met vormgeving van Iris Cuppen. Een uitgave van Uitgeverij Pels & Kemper, 2015.